De Huizer botters krijgen niet alleen hun eigen houtopslag, de huur wordt ook drastisch verlaagd en er komt meer gelegenheid voor horeca. Dit is de uitkomst van een goed gesprek met de wethouder. Om de kosten voor de stichting verder te drukken gaat de gemeente zelfs het onderhoud van het terrein overnemen.
Vanaf 1997 draait de Stichting Huizer Botters (SHB) al op vrijwilligers. De kosten werden altijd gedekt door de verhuur van de historische schepen en door donaties van vrienden en sponsoren. Maar door stijgende prijzen, onder andere de huur van het pand en van het hout voor de vele restauraties, werd het steeds lastiger alles financieel rond te krijgen.
De huur op zich was al een flinke kostenpost maar bij het aangaan van de huurovereenkomst werd ook een inflatiecorrectie opgenomen en die is inmiddels opgelopen tot 14 procent. Geld wat de stichting liever stopt in restauratie van de botters.
Frans Kolk, verantwoordelijk voor het onderhoud van de werf en de oude schepen, is inmiddels al weer tien jaar verbonden aan de Huizer botters. Hij vertelt dat de stichting willens en wetens de huurovereenkomst is aangegaan maar dat de tegenvallende inkomsten tijdens en net na corona en alle stijgende prijzen het budget nu flink onder druk hebben gezet.
Huur, hout, onderhoud
“Onze grote concurrent van hout, is de Notre-Dame in Parijs”, legt Kolk een van de redenen van de gestegen prijzen van eikenhout uit. Daar is na de brand namelijk een heel nieuw plafond van hout gebouwd. Vindingrijk wordt je wel van schaarste: Kolk heeft, na aanvraag, van de gemeente een aantal bomen gekregen die voor de toekomstige snelle buslijn waren gekapt.
Maar naast duur hout voor de schepen is ook het onderhoud van het terrein zelf bijna niet meer op te brengen. De gebouwen zijn uit hout opgetrokken en vereisen veel aandacht.
Door dus tegenvallende inkomsten, stijgende kosten van hout en onderhoud en een huurprijs die de pan uitrijst, vertelt Kolk verder, heeft hij aan de wethouder moeten vertellen dat “de bodem in zicht was”. En dat terwijl de stichting met meer dan 100 vrijwilligers aan behoud van historisch Huizer erfgoed doet. Dus werd er gevraagd of de gemeente bij kon springen.
Opslag en horeca
De wens was namelijk wel om in het pand te blijven. Praktisch alles op de werf is eigenhandig en door vrijwilligers gebouwd. Alleen miste er nog wel een eigen houtopslag. Maar ook die gaat nu gebouwd worden, zodat echt alles op eigen terrein en in eigen beheer kan plaatsvinden. De gemeenteraad ging bijna unaniem akkoord met de financiering van de nieuwe opslag.
Wat betreft de ‘horeca’ die de stichting kan aanbieden, is het nog een karige bedoening op de werf zelf. Aan gasten op de wal mag op dit moment nog niets worden aangeboden. Als er gevaren wordt, gaat er catering mee aan boord, want dat mag wel. Maar omdat de werf een trouwlocatie is, vindt men het wel zo leuk om het bruidspaar en gasten ook aan wal een hapje en drankje te kunnen aanbieden.
Raar verbod
Hoewel het nog niet helemaal een gelopen race is, lijkt ook dat nu aangepast te mogen worden. “Het wordt toegepaste horeca, zoals bijvoorbeeld een voetbalkantine”, zegt Kolk over de nieuwe plannen. Het is zeker niet de bedoeling dat er concurrentie zal ontstaan voor de bestaande cafés en restaurants in de oude haven van Huizen. Wel moet de gemeente nog even steggelen over het verbod op horeca bij de werf.
Dit horecaverbod stamt eigenlijk nog uit de tijd van de voormalige eigenaar van het terrein. Bij de verkoop aan de gemeente destijds heeft hij bedongen dat het verbod wat voor hem gold, na de verkoop van kracht zou blijven. De reden daarachter blijft onduidelijk.
Het is dus nu gemeente die in overleg moet of het beding over het horecaverbod geschrapt kan worden. Als het tegenzit, moet de Stichting Huizer Botters nog twee jaar wachten tot het huidige contract is verlopen. Vanaf 2025 kan er in elk geval meer ’toegepaste horeca’ worden aangeboden.
Race voor geld
Voorlopig zullen de inkomsten nog komen uit de verhuur, de catering, kleinschalige evenementen en niet onbelangrijk: zeilraces. De voorbereidingen worden al getroffen voor de ’taeje bôkkes’ race.
Botters waren van oorsprong vissersschepen, waarmee onder andere haring gevangen werd. De vis werd op drie manieren gerookt en aldus ontstond er ‘laffe’, ’taeje’ en ‘harde’ bokking of bôkkes.
De laatste was het langst houdbaar en vond z’n weg helemaal naar visveilingen in Moskou. Tegenwoordig hopen de historische schepen in plaats van haring slechts wat geld te vangen voor het behoud van dit varend erfgoed.