Ervaring uitwisselen met andere gemeentes en meer bemoeienis van de overheid bij het besturen van het internet. Dat is de dringende boodschap van burgemeester Gerhard Van den Top aan de vooravond van de start van de rechtszaak tegen de verdachten die de Hilversumse YouTuber Bradley van Dijk en zijn familie, vrienden en buren jarenlang het leven hebben zuur gemaakt. Het is volgens Van den Top buitengewoon complex: “We hebben met elkaar, als samenleving, als land en zelfs als wereld een heel groot probleem. Dat mensen elkaar via het internet dit soort dingen kunnen aandoen en dat het zoveel moeite kost om de daders daarvan te kunnen pakken. Daarop moeten we acteren.”
Aan het woord is Gerhard van den Top, burgemeester van Hilversum. Met hem blikken we terug en vooruit op een zaak die de afgelopen maanden veel stof heeft doen opwaaien in zijn gemeente. Aankomende dinsdag start bij rechtbank Midden-Nederland de pro forma-zitting over de jarenlange bedreigingen, stalking en intimidatie van de Hilversumse YouTuber Bradley van Dijk en zijn nicht Belita van Dijk. Niet alleen zij, maar ook andere familieleden, vrienden en zelfs buren waren slachtoffer van een anonieme Telegramgroep die zichzelf het Looijkartel noemde.
Aanpakken
“Het feit dat je op sommige plekken op het internet, anoniem, dus zonder je e-mailadres, zonder je telefoonnummer, zonder iets van je identiteit prijs te geven, je kunt bewegen en een ‘persoon’ kunt worden. En dat mensen vanuit die anonimiteit een ‘gang’, een groep, een bende kunnen vormen en dan het recht in eigen hand gaan nemen en tegen iemand zeggen: wij gaan jou aanpakken; dat is zeer zorgelijk. Dat is waar we hiermee te maken hebben en waar wij, als overheid, over moeten nadenken hoe we dit gaan besturen op het internet, een internationaal netwerk. Het is landelijk niet te sturen, dit moet naar Europees niveau getild worden. We moeten richtlijnen afspreken met elkaar.”
Bradley van Dijk werd al twee jaar online, maar ook fysiek bedreigd toen hij vanuit zijn woonplaats Kortenhoef voor zijn eigen veiligheid moest verhuizen naar Hilversum, waar hij sinds december 2022 woont.
“We hebben geprobeerd het slachtoffer in deze zaak een nieuwe start te geven. Dat hoort bij ons werk. We wilden hem een vrije plek geven waar hij zelf weer anoniem kon zijn, maar het werd in maart van dit jaar toch weer bekend waar hij was. Dat maakte de zaak ingewikkeld.”
In mei van dit jaar brachten NH Gooi en NH Nieuws als eerste de zaak rondom Van Dijk naar buiten toen het Looijkartel aankondigde een Project X-bijeenkomst te willen houden voor het huis van de moeder van Van Dijk in Hilversum. Volgens het Looijkartel zou Van Dijk ‘pedoseksueel’ zijn en de mensen die hem steunden moesten worden aangepakt. De beschuldiging die volgens de politie nergens op gebaseerd is, bleef hardnekkig de ronde doen.
Tekst gaat verder onder infokader.
“Dat anonieme cyberpesten waar iemand het mikpunt wordt van een omvangrijke groep mensen is ontzettend lastig aan te pakken vanuit de klassieke middelen die we hebben voor de opsporing, omdat de verdachten zo moeilijk vindbaar zijn en wellicht was cyberpesten een te vriendelijk woord hiervoor. We hebben een fenomeen geïdentificeerd, landelijk en regionaal; we kunnen hier spreken van ‘online aangejaagde ordeverstoring’. Bijvoorbeeld in mei tijdens de oproep voor de project X-bijeenkomst. Online wordt opgeroepen naar een bepaalde locatie te komen en strafbare feiten te plegen.”
Een pijnlijk moment
“De zaak kwam opeens heel dichtbij, hier in Hilversum en zo groot in omvang. Voor mij was dat het moment om in te grijpen. Toen hebben we met de politie gezegd: ‘whatever it takes’. En dat heeft zijn vruchten afgeworpen. Het is een hele prestatie geweest van de politie om deze zaak op te lossen. Eén van de moeilijke momenten in de zaak was dan ook dat we dachten deze te hebben opgelost: het kartel was ontmanteld en toen werd toch nog de grafsteen (van het broertje van Bradley red.) beklad. Dat was een pijnlijk moment. Dan weet je dat zo’n groep heel hardnekkig is. Het is een ondergronds, vertakt stelsel, waarvan een deel dan toch weer even de tanden laat zien. Dat vond ik heel pijnlijk om te merken. Je realiseert je dan dat het heel moeilijk is om het letterlijk met wortel en tak uit te roeien.” Daarom wil ik deze zaak niet als uniek betitelen. Want ik ben ervan overtuigd dat dit een breed maatschappelijk probleem is, waar we het hier over hebben. De vraag is wat de maatregelen zijn die gaan helpen? Het is een uitdaging waar we als samenleving voor staan.”
“Voor nu hopen we dat we het probleem hebben aangepakt. Ik ben heel blij en dankbaar dat de politie erin is geslaagd om de verdachten aan te houden, want misdaad mag niet lonen. Dat sterke gevoel heb ik, als burgervader, als handhaver van de openbare orde en veiligheid.”
Niet rijk rekenen
“Tegelijkertijd wil ik onszelf niet rijk rekenen door te zeggen: ‘Nou, dit hebben we goed aangepakt en we gaan weer over tot de orde van de dag.’ Er is veel meer aan de hand en daar moeten we ook middelen voor krijgen en manieren voor ontwikkelen om daar effectief mee om te gaan. We moeten zoeken naar innovatieve manieren om dieper in deze materie te duiken en dieper in die netwerken te kunnen komen. We zouden in een volgende situatie wellicht ook ervaringen met andere gemeentes kunnen delen. Dat zou tijdwinst kunnen opleveren.”