De dochter en kleinzoon van Bussumse Annet Betsalel zitten vast in een Israëlische schuilkelder. Ze hebben een veilige plek opgezocht na de zware aanvallen van Hamas-strijders afgelopen zaterdag, waardoor al duizenden mensen om het leven zijn gekomen. Ze willen niets liever dan naar huis, maar dat is nog te gevaarlijk. “Ik maak me niet per se zorgen, maar ben wel erg ongerust”, vertelt ze.
Annet was zaterdag zelf in de synagoge in haar eigen Bussum, niet wetende wat er op dat moment gebeurt in het geliefde land waar ze zelf veertien jaar woonde.
Haar telefoon staat uit, al snel er mensen uit de gemeenschap binnen in paniek. Ze hebben het nieuws van de aanvallen net gehoord, waardoor de schrik er goed in zit. Toch blijft Annet rustig. “Ik dacht eerst, we wachten tot we meer weten. Je weet niet wat er precies aan de hand is. Gelukkig, heb ik zelf geen berichten binnengekregen van mensen die in acuut gevaar zijn. Dan ben je toch wat rustiger. Maar ja, ondanks dat ben je toch bezorgd.”
Vast in schuilkelder
Wel blijkt al snel dat haar dochter en kleinzoon in een schuilkelder zitten. Ze zijn op familiebezoek in Israël en worden letterlijk overvallen door de aanvallen.
Dochter en kleinzoon Betsalel zaten ook in een synagoge. Vlak na eerste berichten over de aanvallen, ging het luchtalarm af. Met alle bezoekers zijn ze snel de schuilkelder in gegaan. “In de schuilkelder ging de dienst gewoon door. Heel surrealistisch, maar wel mooi dat mensen elkaar op zo’n manier steunen op dat moment”, vertelt Annet.
Goed contact
Nu, een paar dagen na de aanval, is de situatie van Annets dochter en kleinzoon wat verbeterd. “Ik heb gisteravond om half twaalf nog een berichtje van haar gekregen. Er stond dat ze naar een vriendin was gegaan die wat dichter bij het vliegveld woont. Om de paar honderd meter staan checkpoints op de wegen om nog naar infiltranten te zoeken. Ze was ervan overtuigd dat die rit anders heel lang zou gaan duren, vanuit Jeruzalem naar het vliegveld. Misschien kan ze toch nog een vlucht halen”, zegt Annet opgelucht.
“Ik hoop dat alle ongerustheid weg wordt gehaald als ze veilig geland is in Nederland. Ik ben bezorgd. Als moeder en oma. Maar relatief gezien bij heel veel andere mensen, is mijn zorg maar klein.”
Oude gevoelens
De aanvallen brengen ook voor Annet vervelende herinneringen boven. Ze woonde zelf veertien jaar in Israël en maakte meerdere aanslagen mee.
“Het is allemaal zo zichtbaar. Vol trots en glorie worden beelden van bebloede, gekidnapte of zelfs dode mensen op socials gezet, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Dat gaat je verbeelding te boven. Dan komen oude gevoelens weer naar boven”, vertelt ze.
De man van Annet, Amir, was zestien toen de Jom Kippoer-oorlog uitbrak en zijn vader in reservedienst moest. Amir ging voor de klas staan omdat alle leraren aan het front zaten. “Mensen dachten echt: dit is het einde van dit land. Dit is het. We worden van alle kanten aangevallen. Wat er nu gebeurt is niet in dezelfde categorie. Maar qua gevoel zijn we verrast en overvallen door de manier waarop. Dat gevoel komt toch weer boven bij iedereen.”
Om deze reden hoopt Annet ook dat het niet te hard heeft ingewerkt op haar kleinzoon, die nu acht jaar oud is. “Mijn dochter heeft haar kind afgeleid en geprobeerd te laten spelen met andere kinderen, op die manier probeerde ze de kinderen gerust te stellen in de schuilkelder. Want het is een kind dat zich wel bewust is van dingen.”
Grote steun
Op dit moment kan Annet weinig doen voor haar familie. “Het is een grote steun om te zien dat er vanuit de Nederlandse regering ondersteuning is gekomen voor Israël. Ook vanuit de gemeente is een bericht van medeleven ontvangen. Dat vind ik heel mooi.”